Duitse auto’s tellen vanuit het huis van Frans van Dijk
In de periode na de slag om Arnhem ging het Duitse leger zich hergroeperen. Veel verplaatsingen gingen via de wegen langs de Utrechtse Heuvelrug. Alleen Duitsers mochten gemotoriseerde voertuigen gebruiken en daardoor waren ze goed te herkennen en daarom goed te volgen. Leden van het verzet waren dag en nacht bezig om deze auto’s en hun bestuurders in de gaten te houden. Vanuit Van Dijks huis aan de Dorpsstraat, werden de langsrijdende auto’s, de nummerborden, de inzittenden en de symbolen van hun legeronderdeel, die ze op hun uniformen droegen, zo goed als mogelijk geregistreerd. Door in alle plaatsen op de Utrechtse Heuvelrug deze tellingen te doen, kon men zien hoe de Duitse troepen zich verplaatsten. De informatie werd doorgegeven aan de geallieerden.
De aanslag op Rauter
De Oostenrijker Johann Baptist Albin (Hanns Albin) Rauter (1895 -1949) was tijdens de Tweede Wereldoorlog de hoogste vertegenwoordiger van de SS in Nederland. Hij was hoofdverantwoordelijke voor vervolging en onderdrukking van het Nederlandse verzet en medeverantwoordelijk voor de deportatie van Nederlandse Joden.
In de nacht van 6 op 7 maart 1945 hield een Nederlandse verzetsgroep een auto staande bij de Woeste Hoeve op de Veluwe. De verzetsgroep die een Duitse vrachtwagen wilde buitmaken om wapens en munitie te vervoeren, wist niet dat Rauter in de auto zat. Er volgde een vuurgevecht. Rauter overleefde de overval. Echter de Duitsers dachten dat het een geplande aanslag was. Als vergeldingsmaatregel schoten zij een groot aantal eerder gearresteerde verzetsmensen dood. Bij de Woeste Hoeve staat een monument ter nagedachtenis aan deze verzetsstrijders. Na de oorlog werd Rauter ter dood veroordeeld en in Scheveningen geëxecuteerd.